Een 10-tal homeostatische processen in je lichaam zorgen voor het behoud van de ‘homeostase’. Homeostase is het vermogen om het interne milieu in je lichaam constant te houden ondanks de voortdurende veranderingen in je omgeving.
Twee van die 10 homeostatische processen zijn bepalend voor wat je stofwisslingstype betreft: je autonoom zenuwstelsel en de Krebbs cyclus of het systeem dat je voeding omzet in energie.
HET AUTONOOM ZENUWSTELSEL
Is dit deel van je zenuwstelsel dat ervoor zorgt dat alle processen zoals ademhaling, bloedsomloop, spijsvertering, stoelgang, … zomaar doorgaan, zonder dat wij daarin tussenkomen. Het regelt dus alle onbewuste processen in je lichaam.
Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit 2 takken: de parasympathicus en de orthosympathicus, kortweg sympathicus genoemd.
ORTHOSYMPATHICUS
Zet je lichaam aan tot activiteit. Het bereid je lichaam voor op een ‘vecht-vlucht’-reactie.
Beeld je in dat er plots een leeuw voor je staat. Nu denk je niet ‘oh, ik heb wel zin in biefstuk-friet’. Sterker nog, eten is nu het verste van je gedachten. Het enige wat je nu wilt, is vluchten. Je orthosypathicus komt nu in actie en zorgt ervoor dat je sneller en oppervlakkerig gaat ademen en dat je spieren samentrekken zodat je het op een loopje kan zetten.
Een andere mogelijkheid is dat je bevriest en helemaal niets kan bedenken om jezelf in veiligheid te brengen.
PARASYMPATHICUS
Nadat het gevaar – de leeuw – verdwenen is, komt je lichaam terug tot rust. Nu is je parasympathicus actief. Je parasympathicus helpt je lichaam om tot rust te komen. Hierdoor kan je lichaam herstellen en kunnen je weefsels zich terug opbouwen. Misschien moet je nu wel naar het toilet omdat je darmen terug in actie schieten. Misschien krijg je nu wel honger want je spijsvertering komt terug op gang en je hart slaat minder snel en je ademhaling wordt dieper.
Elke tak zet verschillende lichaamsfuncties aan terwijl de andere tak diezelfde lichaamsfuncties afzet en omgekeerd. Op deze manier werken de beide takken constant samen om ervoor te zorgen dat alle onbewuste processen steeds blijven doorgaan.
De ideale situatie is een autonoom zenuwstelsel waarbij de beide takken met elkaar in evenwicht zijn. In de meeste gevallen is dit niet zo. Bij velen werkt er één tak sterker dan de andere tak. Hierdoor zal je ongemakken in je lichaam gewaar worden.
KREBBS CYCLUS
Dit systeem bepaalt de snelheid waarbij je voeding omgezet wordt in energie. Dit is voor een deel erfelijk bepaald, de rest is afhankelijk van wat je eet. Omdat de Krebbsyclus voldoende energie zou kunnen maken, moeten we hem voorzien van de nodige brandstoffen: koolhydraten, eiwitten en vetten. Pas als de koolhydraten even snel afgebroken worden als de eiwitten en vetten ervaren we een constante energie.
Maar ook hier weer is niet bij de meesten onder ons niet het geval. Velen verbranden hun koolhydraten te snel waardoor de verbranding van eiwitten en vetten niet mee kan. Met als gevolg een gebrekkige energie-aanvoer. Het omgekeerd komt ook voor: koolhydraten worden veel te traag verbrand in vergelijk met de eiwitten en vetten. En opnieuw ervaar je een gebrekkige energie.
DOMINANTE SYSTEEM
Bij elk van ons is één van deze beide systemen dominant en dus bepalend voor de combinatie aan koolhydraten, vetten en eiwitten iemand nodig heeft. M.a.w. het dominante systeem bepaalt je stofwisselingstype.
Lees meer